Gewapende keerwand
Werken met geogrid
Het Geogrid wordt in rollen van verschillende breedtes en lengtes geleverd. Tevens zijn verschillende rastermaten en sterktes leverbaar. Hoge keerwanden hebben vaak een zwaarder soorten geogrid nodig.
Het is belangrijk dat het juiste type geogrid wordt toegepast. Raadpleeg de definitieve projecttekeningen voor de juiste specificaties.
De sterkte van het geogrid ligt in de oprol- of productierichting. Let er daarom op dat bij het leggen van het geogrid deze met de grootste treksterkte steeds loodrecht op het vlak van de keerwand wordt uitgerold. Begin tegen de achterzijde van de opstaande lip en werk naar de achterzijde van het uitgegraven gebied.
Meer informatie over geogrid met hoeken en geogrid met bochten.
Doorsnede fundering met wapening
Stap 1: Voorbereiding bouwplaats en uitgraven
De bodem van de funderingssloof moet voldoende draagkrachtig zijn. Indien de grond uit zware klei of nat is, of recentelijk is uitgegraven, dient deze geheel te worden verwijderd en te worden vervangen door een granulair materiaal in de fundering. Dit dient te worden verdicht in lagen van maximaal 200 mm.
- Verwijder alle beplanting en organische grond. Deze materialen dienen niet als aanvulgrond te worden gebruikt
- Achter de wand wordt overeenkomstig de geogridlengte uitgegraven. De juiste lengte vindt u op de definitieve tekeningen.
- Ter plaatse van de keerwand wordt de funderingssloof conform de definitieve tekeningen uitgegraven. Deze sleuf dient minimaal 600 mm breed en 150 mm plus de hoogte van de ingegraven blok(-ken) diep te zijn.
- De inbeddingsdiepte bedraagt 17 mm per 200 mm (hoogte blok) wandhoogte. Voor de juiste diepte raadpleeg de definitieve tekeningen.
- Verdicht de sleuf conform de geldende normen tot min. 95% Proctordichtheid en zorg dat deze waterpas is.
Aanbrengen en verdichten van het funderingsmateriaal
Plaatsen van de onderste laag
Aanbrengen gebroken steenslag
Verdicht de gebroken steenslag en het aangebrachte aanvulmateriaal
Stap 2: Aanbrengen funderingsmateriaal
Voor de fundering mag elk goed verdichtbaar granulair materiaal worden toegepast. Allan Block adviseert een granulair materiaal met een korrelopbouw van 6 tot 38 mm.
- Leg een drainagebuis achter in de sleuf in de lengterichting van de wand. De drainagebuis dient op een regelmatige afstand een uitloop naar buiten te krijgen of te worden aangesloten op een riolering. Zie de definitieve tekeningen voor de verdere specificaties en plaats.
- Breng minimaal 150 mm funderingsmateriaal aan in de funderingssleuf en hark deze vlak.
- Verdichten met een mechanische trilplaat.
- Controleer of de hele lengte waterpas staat en corrigeer indien nodig.
Stap 3: Plaatsen van de onderste laag
- Begin op het laagste punt van de wand.
- Plaats alle blokken over de gehele lengte met de verhoogde lip naar boven en naar voren.
- Controleer of alle blokken waterpas en in één lijn staan. Controleer regelmatig of de blokken in twee richtingen waterpas staan. Controleer met een uitzetkoord aan de achterzijde van de blokken of bij de opstaande lip of deze in een rechte lijn staan.
- Kleine afwijkingen in de blokken kunnen met een zware hamer worden gecorrigeerd. Men kan ook tot maximaal 13 mm scherp zand onder de blokken aanbrengen.
- Afwijkingen in de onderste laag versterken zich per volgende laag. Een goed aangebrachte eerste laag vereenvoudigt het bouwen van een kwalitatief goede keerwand.
Stap 4: Aanbrengen gebroken steenslag en aanvulmateriaal
- Vul alle holle ruimtes van de eerste rij en 300 mm achter de blokken met een gebroken steenslag. Aanbevolen wordt een gebroken steenslag van 6 - 38 mm met minder dan 10% fijnaandeel.
- Voor het aanvullen achter de drainagekolom en voor de onderste blokkenrij, dient goedgekeurde aanvulgrond gebruikt te worden.
Stap 5: Verdichten
Het goed verdichten van het aanvulmateriaal achter de keerwand is bepalend voor de kwaliteit van de wand.
- Gebruik een trilplaat om eerst het drainagesplit en dan de aanvulgrond achter de blokken te verdichten. Verdicht in banen evenwijdig aan de wand. Begin direct achter de wand en verdicht verder naar de achterzijde van de aan te vullen grond.
- Controleer of de eerste rij waterpas staat en waarnodig corrigeren.
- Alle aanvulmaterialen moeten tot minimaal 95% Proctordichtheid worden verdicht. Gebruik het bij de grondsoort passende materieel.
- Verwijder alle overtollige materialen van de bovenkant van de blokken, om op een schone ondergrond de volgende rij blokken te plaatsen. Men kan een bezem gebruiken of de te plaatsen blok op zijn plaats schuiven.
- Vanaf de tweede rij begint men met verdichten op de blokken.
Plaats het geogrid
Verdichten in lagen van 200 mm
Zwaar materieel mag niet binnen 1 meter van de achterzijde worden gebruikt
Plaatsen van de volgende lagen
Stap 6: Plaats geogrid
Raadpleeg de goedgekeurde projecttekeningen voor de juiste plaats van het geogrid; dit voorbeeld begint op de eerste rij.
- Snij het geogrid in stukken met de juiste lengte. Controleer of dit het juiste geogrid is en wat de uitrolrichting is. Raadpleeg de definitieve tekeningen voor de juiste lengtes en plaats.
- Leg het geogrid met de afgesneden zijde tegen de achterzijde van de opstaande frontlip en rol de laag geogrid naar achter uit in het uitgegraven gebied. Het uitgegraven gebied dient volledig te worden verdicht en geëgaliseerd.
- Plaats de volgende blokkenrij op het geogrid zo, dat de verticale voeg verspringt. De blokken dienen minimaal 75 mm te verspringen in de verticale voegen. Plaats de blokken aan de voorkant strak tegen elkaar. Het is niet noodzakelijk om in een halfsteens verband te stapelen.
- Controleer af de blokken in een strakke lijn staan. Corrigeer de blokken om een strakke rechte lijn of een vloeiende bocht te bouwen.
- Trek het geogrid op spanning(strak trekken, geen plooien). Eerst het geogrid vastzetten en vervolgens drainage steenslag en aanvulgrond aanbrengen.
Stap 7: Aanvullen en verdichten
- Alle holle ruimten in en rond de blokken en minimaal 300 mm achter de blokken met drainage steenslag vullen. Gebruik uitsluitend goedgekeurd aanvulmateriaal in de gewapende zone.
- Tot 1 meter achter de blokken moet de steenslag en het aanvulmateriaal worden verdicht met een lichte trilplaat. Verdicht in lagen van maximaal 200 mm dikte en begin ditmaal op de blokkenrij. Werk in banen evenwijdig aan de blokkenwand en werk naar de achterzijde van de aan te vullen zone. Verdicht tot minimaal 95% Proctordichtheid.
- Het is niet toegestaan om met verdichtingsapparatuur op het geogrid te werken.
- Binnen de eerste meter achter de blokken is het niet toegestaan om met zware machines te werken. In principe is er in het ontwerp van de keerwand geen rekening gehouden met een belasting van zware machines. Zelfs een goed gebouwde en verdichte wand zal naar voren worden gedrukt indien men met zwaar materieel direct achter de wand gaat werken.
- Controleer tijdens het bouwen of de blokkenrijen waterpas blijven, in een rechte lijn staan en of de hellingshoek van de wand binnen de toleranties blijft. Corrigeer per laag blokken. Reepjes geogrid kunnen hier eventueel voor worden gebruikt. De maximale dikte van correctiemateriaal mag 3 mm zijn.
- Verwijder alle materialen zoals zand en steenslag van de bovenkant van de blokken en zorg voor een schoon oppervlak voor de volgende rij blokken. De trilplaat zal het meeste vuil verwijderen. Bij het op zijn plaats schuiven van de volgende rij blokken, zal de rest van het vuil worden verwijderd.
Stap 8: Plaats aanvullende rijen
- Herhaal de stappen 6 & 7 tot de gewenste wandhoogte is bereikt. Plaats het geogrid conform de definitieve tekeningen.
- Gebruik bij de laatste rij blokken een ondoordringbare laag grond om het maaiveld af te werken.
- Meer infromatie over de wandafwerkingen.
- Voor informatie over toleranties die kunnen worden toegestaan, zie AB Spec Book.